Blogopmaak

Columns 
&
artikelen

  
 door Kirsten Roosenbrand
first time, seksuele voorlichting, burgerschap, voortgezet onderwijs, piemel, vulva, penis, vagina.
‘Waar bewaart u uw condooms?’ 
---
In de Week van de Liefde 2020, rondde ik het thema Seksuele Voorlichting af. Ik heb geprobeerd om dit jaar nog meer aandacht te besteden aan het plezier van seks en de vooroordelen en diversiteit rondom seks en seksualiteit. Gewapend met een pluchen vulva en tekeningen van geslachtsdelen in alle soorten en maten, was ik er helemaal klaar voor. Zes weken lang, zes keer per week, 80 minuten les over seksualiteit en alles wat daar aan raakt. Het blijft fascinerend. De interesse, de openheid en de grappen die worden gemaakt. Hierbij een opsomming van een aantal van die fascinerende momenten. 


1. 
Een aantal jongens is ongegeneerd met elkaar in gesprek over wat ze hebben gezien in porno. Ik roep dat ze alles wel even netjes op moeten ruimen na het masturberen. Geen plakkerige tissues of spermasokken in je kamer, die je ouders vervolgens op kunnen ruimen. ‘Nee, juf, dat doe ik onder de douche!’ 

2.
Terwijl ik rondloop en de leerlingen aan het werk zijn, vraagt een meisje mij: ‘Waar bewaart u uw condooms?’ ‘Oh, in de kast,’ zeg ik. ‘Een beetje hoog, want ik heb wel kinderen.’ Ik loop verder en denk: ‘Die vraag stelt ze niet voor niks.’ ‘Waar bewaar jij je condooms?’ vraag ik, wanneer ik weer langs loop. ‘Ik heb een hele goede, juf. Ik stop ze in een papiertje van een maandverband. Want ik heb allemaal zussen, dus we hebben altijd veel maandverband in huis liggen, daar vindt niemand iets raar aan, snapt u?’

3.
Een aantal weken eerder zat ik naast een leerling, die voorovergebogen op zijn stoel zat, zodat hij met zijn armen zijn bovenbenen kon bedekken. De les seksuele voorlichting was net afgelopen en twee andere jongens voerden een gesprek over in je broek klaarkomen. Volgens de een zou je dat zien, volgens de ander niet. Ik zei dat ik dacht dat je dat wel zou zien. Meteen daarna hoor ik naast mij: ‘Ik heb dat...’
Ik kijk hem aan met grote ogen en zeg: ‘ Ben jij net in je broek klaargekomen?’
‘Nee, gisteren.’ antwoord hij. 
‘Ben jij gisteren op school in je broek klaargekomen?’ Reageer ik impulsief en nog steeds verbaasd. 
‘Nee thuis. Mijn broek lag op de grond. En daar is het dus ook overheen gekomen. Maar dat had ik niet gezien, toen ik mijn broek vanmorgen weer aantrok. Dat zag ik pas net. Dus daarom zit ik de hele tijd met mijn armen over mijn benen. 
Ik moet lachen. Hij ook gelukkig. ‘Niet tegen mijn moeder zeggen he?’ zegt hij als hij zich realiseert dat we de week erna een oudergesprek hebben staan. 

4.
In een andere klas legde een leerling uit waarom hij anders zou reageren als zijn gelovige vriend homo of transgender zou zijn, dan wanneer het om een niet-gelovige vriend zou gaan. En toen hij daar het woord ‘kiezen’ bij gebruikte, vroeg een meisje: ‘Maar dat is toch geen keuze?’ Er ontstond een gesprek tussen een aantal leerlingen, met de rest van de klas als publiek. De leerlingen probeerden hun gevoel en overtuigingen rondom dit onderwerp zo goed mogelijk onder woorden te brengen, en dat bleek lastig. Er was aandacht en respect voor elkaar. Ook al keken de leerlingen hier totaal verschillend tegenaan. Ik voegde toe, dat als ik zeg ‘Kirsten, de vrouw’, of ‘Kirsten, de hetero’,lang niet alles zegt over mij. Dat je genderidentiteit en/of je geaardheid niet is wie je bent. Dat je dus ook niet een ander kan reduceren tot ‘de homo’, of ‘de transgender’. Dat een ander altijd een persoon is, met talenten, gedachtes, vrienden en struggles. De ene leerling laat met een knikje weten het daar volledig mee eens te zijn. De ander is allang afgedwaald of kijkt me fronsend aan. Zelf ben ik me ervan bewust hoe fantastisch ik het vind om docent te zijn. 

5.
In de laatste week van het thema moeten de eindopdrachten ingeleverd worden. In de opdracht tonen de leerlingen aan wat ze dit thema hebben geleerd. Aan het begin van de lessen die week, vraag ik wie het niet gelukt is de opdracht af te maken. In een van mijn klassen steekt een paar leerlingen hun hand op. Ik loop even bij ze langs. Een meisje vertelt dat ze een podcast had opgenomen met haar vader, een uur lang. Alleen als ze de opname aanklikt, speelt hij steeds maar vier minuten af. Ze raakt geëmotioneerd, terwijl ze het aan mij uitlegt. ‘Het was gewoon zo’n mooi vader-dochter moment. Het was echt een heel leuk gesprek. En eigenlijk praten we hier nooit over.’ Uiteindelijk heeft dit meisje nogmaals een gesprek van een uur gevoerd met haar vader. Over seksualiteit. Geëmotioneerd en vol trots heb ik geluisterd naar dit intieme moment.

6.
Een ander onderdeel van de laatste les is een evaluatie van het thema. De leerlingen vullen een digitaal formulier in, waarin zij aan kunnen geven wat ze hebben geleerd, wat ze interessant vonden en wat volgens hen anders zou moeten. Ook krijgen ze de ruimte om mij als docent feedback te geven. (Ontzettend waardevol, kan ik iedere docent aanraden!). De evaluatie is niet anoniem. Ik kan zien wie welk antwoord heeft ingevuld. En toch vullen de meeste leerlingen het eerlijk in. Vraag drie van de evaluatie luidt: ‘Welke les, of welk lesonderdeel is je het meest bijgebleven? Probeer uit te leggen waarom.’ Een leerling geeft het volgende antwoord: ‘week 2, die heb ik samen met mijn vriend gedaan was echt geweldig we leerden elkaar beter kennen. Ik kwam bijvoorbeeld erachter wat hij echt opwindend vindt tijdens de seks.’ 

7.
Die laatste les sluiten we af met plastic piemels en condooms. Alle voorbehoedsmiddelen zijn uitgelegd en bekeken in de kring. Ik zet een plastic piemel op tafel en graai in mijn kast naar de envelop met condooms. Ik ga voorin de klas staan en vraag ‘Wie wil voordoen hoe je een condoom om moet doen?’ Op dat moment loopt Y. langs het raam van mijn lokaal. Ik wenk hem. Hij gooit de deur open. ‘Wil jij het nog een keer voordoen?’ vraag ik. Zijn klas heeft deze les al gehad, en toen heeft Y. het zijn klasgenoten voorgedaan. ‘Jazeker!’ roept hij door het lokaal. Met grote passen loopt hij richting het bord. Ondertussen geeft A. aan dat hij het ook wel voor wil doen. Y. pakt nog een plastic piemel. ‘Jij de witte, ik de bruine.’ zegt hij. ‘Oké, jongens, meisjes, let op.’ Vol enthousiasme en super duidelijk legt hij uit hoe de condoom om de penis moet en hoe hij er daarna weer af moet en dichtgeknoopt de prullenbak in moet. A. kijkt mee en doet alles na. De hele kring kijkt met een grote glimlach naar Y. Als hij het dichtgeknoopte condoom in de prullenbak heeft gegooid, loopt hij met grote passen het lokaal uit. ‘Dag allemaal!’. 

8.
Op de laatste dag voor de vakantie, heb ik mijzelf opgesloten in een donker lokaal om nog snel voor de volgende les wat notities in Magister in te voeren. Een van de tweedejaars leerlingen loopt mijn lokaal binnen en wekt niet de indruk weg te willen gaan. ‘Ga je nog wat doen voor je vriendin vandaag?’ vraag ik. ‘Nee, juf. Het is uit.’ ‘Oh?’ zeg ik. ‘Wat vind je daarvan?’ ‘Niet leuk. En zij ook niet. Want ze zei dat ze me mist toen ik haar trui terug ging brengen.’ Er volgt een gecompliceerd verhaal over wat dan de reden is dat het uitgegaan is. In plaats van aanstalten maken om pauze te gaan houden, gaat de jongen op een tafel zitten en vertelt hij mij over zijn seksuele ervaringen met zijn ex vriendinnetje. Hij glimlacht erbij. Trots, en een klein beetje ongemakkelijk. Elke keer als ik denk dat hij pauze gaat houden, komt er nog een verhaal. Met details. Ik weet soms zelf even niet hoe ik moet reageren. Ook blijft hij zeggen hoe knap ze is. Ik smelt. Ik hoef nergens echt naar te vragen, hij wil gewoon even delen. En dat voelt als een groot compliment. Zodra hij het lokaal uitloopt voel ik me ontzettend trots. Ik wil het verhaal van de jongen het liefst direct delen met mijn collega’s. Maar dat kan niet. Want de afspraak is, dat wat we binnen de klas bespreken, binnen de klas blijft. Dat geldt ook voor mij. Dus ik spreek een voicebericht in voor een vriendin die op de andere locatie van onze school hetzelfde vak geeft. En een week later schrijf ik het hier op. Omdat dit een fantastische kant van onderwijs is. En van pubers. Dat moet gedeeld worden. 


Dit is ook een oproep. Aan iedereen die zich bezighoudt met seksuele voorlichting in het onderwijs. Ik heb gezien dat er heel veel initiatieven zijn om de seksuele educatie diverser te maken, om het plezier meer te benadrukken, genderidentiteit in het curriculum op te nemen en de ware grote van de clitoris (met de nadruk op de eerste lettergreep, niet de tweede ;)) onder de aandacht te brengen. Dat is allemaal nodig. Maar wat daarbij ook nodig is, is iemand die de leerlingen kent. Die een vertrouwensband met de leerlingen opbouwt. Weet wat er speelt in een klas. Iemand die terug kan komen op lessen die eerder gegeven zijn. (Mijn column En toen was het echt is daar een voorbeeld van.) Een docent die weet wanneer een opmerking ruimte en aandacht moet krijgen, maar ook weet wanneer een opmerking afgekapt moet worden om veiligheid en bescherming te bieden. Dat betekent niet dat materiaal niet gemaakt mag worden, zeker wel! Maar het mag de taak van de school en de docenten niet vervangen. Omdat geen enkele instructie beklijft zonder inoefening, evaluatie en herhaling.*


* Hier gaat het over seksualiteit, maar dit geldt net zo goed voor thema’s als discriminatie, pesten, mensenrechten en andere burgerschap thema's.

De afbeelding is gemaakt door Bo Brückel, een leerling.

DELEN

Share by: